De gecomponeerde abstractie van Bart Vandevijvere
Sven Vanderstichelen, 2017
“Mijn schilderijen vertellen hun eigen verhaal, hun eigen ontstaansgeschiedenis. Ze verhalen de weg die ze aflegden: niet geprogrammeerd of uitgestippeld, de weg rijdt zichzelf. Ze verhalen hun eigen parcours langs meanders, over bulten en bobbels, gestokt door onvoorziene of zelf uitgelokte – zelfkwellende (ik lijk er wel genoegen in te scheppen) – deviaties. Ze verhalen hun koers van systematiek en ontkenning ervan. Ze verhalen hun methodiek en de ondermijning ervan. Ze verhalen hun koers van behagen en afstoten. Ze verhalen hun koers van twijfel en vastbeslotenheid, van ingetogenheid en drift, van fragiliteit en kracht. Er wordt nooit een extra verhaal verteld, als je het per se over verhalen wilt hebben. Mijn werk illustreert niks, het stelt niks voor. Het vindt plaats.” (Bart Vandevijvere, 2012)
Een atelier vertelt meer over een kunstenaar dan de grammatica van een tekst. Deze intieme creatieruimte mogen bewonderen is een waar privilege. De parelende kleurendruppels op de zoldertrap wijzen reeds de weg naar een artistiek kraaiennest. Verfpotten gevuld met waterachtige substanties belichamen het schilderspalet waarmee de kunstenaar zijn doeken te lijf gaat. Verschillende formaten verfborstels, vodden en verscheurde kledij vormen het schildersgerei, zonder ezel, vaak geruggesteund door schragen om zijn werken overvloedig en weloverwogen te overgieten. Muzen in de geluidsgedaantes van Feldman, Hauser, Beins en Cage, resoneren als inspiratiebron op de achtergrond.
Voor Bart Vandevijvere is muziek alvast de primaire voedingsbodem voor zijn beeldend werk. Het is een experimenteel ‘terrain vague’ dat voor de kunstenaar een plastisch klankbord vormt. Beeldende improvisaties van experimentele jazz en minimalistische avant-gardecomponisten, dissonantie en atonaliteit van geluidscomposities, ritmeren de inspiratie van zijn beeldend werk. Maar louter refereren aan muzikale bronnen zou afbreuk doen aan zijn hedendaagse abstracte beeldtaal.
Een duidelijke verwantschap met, het tussen de jaren ’50 en ‘60 ontstane, abstract expressionisme, de action painting en colourfield painting bestuift zijn gearceerde, gewassen, besprenkelde, geveegde en bekraste doeken. Zoals de kunstenaars van de New Yorkse avant-garde elkaar wisten te verrassen via wederzijdse beïnvloeding in diverse kunstuitingen, is ook Bart Vandevijvere een geesteskind van deze vrije gedachten en schuwt hij ook niet om performances en multimediale installaties toe te laten in zijn artistieke praktijk.
Zijn creatieproces definieert hij zelf als een impulsief psycho-automatisme dat beeldende ankerpunten genereert vanuit een decennia lange ervaring en métier. Deze werkmethode bewaakt een continu gestuurde vrijheid in het beheersen van het toeval. Het herhalen van toevalligheden en het professioneel beperken ervan stimuleren hem om de tijdspanne van geconcentreerde focus af te wisselen met een contemplatief afstand nemen. Vandevijvere werkt als producent, maar evenzeer als begenadigd toeschouwer, gelijktijdig aan verschillende schilderpartijen. De werken verworden tot gecomponeerde deconstructies en geconstrueerde decomposities, afhankelijk van het moment en de staat van het schilderij in zijn tussentijdse stadia.
Door de artistieke werktijd op te delen in tijdsfragmenten, verleent deze methode hem de mogelijkheid om zijn werken te herbekijken, het voorafgaande – experimenteel intuïtieve – rationeel te beoordelen en vanuit deze herinterpretatie een uiteindelijke vorm te bepalen. De gecomponeerde gelaagdheden op doek creëren een mentale ruimte met doorkijk, dimensies en dieptes, en daarbinnen evenveel ruis en obstructies. Het tweedimensionale vlak krijgt in het proces van diverse creatieve acties, een bijna tastbare en in ieder geval zichtbare, sculpturale of architecturale connotatie. Geometrische vormen worden uit balans gebracht door een spanningsveld van pure, vervuilde verfpartijen. Dit is een evenwichtsoefening waarbij geordende structuren geërodeerd worden door experimentele abstracties. Hierdoor worden structuren in hun opbouw deconstructief afgetoetst aan een weloverwogen chaotisch evenwicht.
Zijn canvassen krijgen soms de allures van plastische partituren. De tonaliteit van de verf vibreert als een klankkleur in de ruimtelijkheid van het doek. De processen in de opbouw van het schilderij variëren afhankelijk van het aangegane experiment met de materie. De basiscompositie wordt gegoten, gewassen, gedript en bespat op het ritme van een emotionele metronoom. Lijnen verworden tot snijvlakken en distilleren letterlijke breuken in het beeld. De dynamiek ontstaat door de reductie van het beeld aan de hand van de vraag die de materie en het moment zelf stellen. Dit gaat gepaard met een ultieme aandacht voor elk detail in de delicate daad van de schilderkundige handeling. De osmose van het nat in nat werken onder invloed van een weloverwogen reactietijd, laten hem toe om het organisch verloop van het werk professioneel te kadreren. Een breekbare slingerbeweging in de constructie en destructie van het aanwezige, resulteert in accenten in de methodiek en systematiek van de vormimprovisaties. Dimensionale structuren zetten zich uit doorheen het invreten van de materie. Vaak ontstaat er een spontane drang om het doek te kantelen of bewust de dripping te sturen op het oppervlak. De gelaagdheden in zijn werken ontwarren per schilderij sporen van diverse aan het toeval onderhevige compositiemodellen.
Vandevijvere analyseert dissonante combinaties van elkaar confronterende vormelementen: een artistieke verworvenheid door het herhaaldelijk in vraag stellen van abstractie. De schilderijen ontbloten originele pseudo-intuïtieve, abstracte rasterstructuren doorheen een geprofessionaliseerde ‘peinture automatique’. Deze vormanalyse van spanning en balans in de openheid naar, of de beperking van, de fysische wetmatigheden van de materie staat in relatie tot een gegeven moment. Strakke lijnen confronteren intuïtieve borstelvegen, abstracties meten zich aan elkaar of wisselen elkaar af tussen organische vormen en geometrisch kunstmatige structuren. Vandevijvere bevraagt het potentieel van de substantie in het verfproces. De creatieve uitdaging schuilt in de reproductie van een accidentele artistieke handeling, nooit gelijkaardig, wel gelijkend, alvast oogverblindend.